Koyasan, Shingon boeddhisme, Unesco Werelderfgoed
11 juli 2024
Koyasan, het centrum van het Shingon boeddhisme, gesticht door Kukai, ook bekend als Kobo Daishi. Koyasan ligt op ongeveer 800-1000 meter hoogte in de bergen in de provincie Wakayama en telt ruim 100 tempels. Een prachtige, spirituele plek waar het goed toeven is.
Koyasan werd in 2004 uitgeroepen tot Unesco Werelderfgoed. Het is een belangrijke plaats voor pelgrims om te bezoeken. Er staat een religieuze universiteit. Koyasan is eigenlijk één groot seminarie voor het Shingon boeddhisme, waar Kobo Daishi rond het jaar 816 de eerste tempel voor deze boeddhistische richting stichtte. In het Shingon boeddhisme spreekt men over sanmittsu, De Drie Geheimen; die van het lichaam, de spraak en de geest. Er wordt gezegd dat het Shingon boeddhisme een orthodoxe vorm van boeddhisme is, die niet zomaar aan iedereen wordt onderwezen.
Er leiden verschillende wegen naar Koyasan langs soms oude stationnetjes waar niet altijd een lift of een roltrap aanwezig is, dus wel iets om rekening mee te houden als je daar wilt uitstappen en een kijkje nemen, als je niet zo goed ter been bent.
Het laatste stuk naar Gokurakubashi gaat over enkel spoor en van daar kun je met de Koyasan Cable Car in vijf minuten de berg op. Een bus brengt je verder naar het centrum van Koyasan dat op 1000 meter hoogte ligt. Natuurlijk is deze beroemde tempelstad ook per auto bereikbaar.
In Koyasan zijn meer dan 100 tempels en ruim 50 shukubo, tempelverblijven, waar pelgrims en toeristen kunnen logeren zoals je dat in een traditionele ryokan zou doen. In shukubo werken priesters in opleiding. Wij werden ontvangen bij de door ons gereserveerde shukubo door een weldoorvoede monnik die zorgvuldig onze reservering controleerde, onze bagage in ontvangst nam, waarna we weer konden vertrekken om pas om 15.00 uur echt te kunnen inchecken. Om 15.00 uur inchecken lijkt in Japan een soort magisch getal te zijn.
Shukubo worden vaak omringd door prachtige tuinen, soms zelfs kunstig aangeharkte stenentuinen (zoals bijvoorbeeld de Ryoanji in Kyoto) en de gastenverblijven gaan van simpel tot luxueus. Via een poort treed je binnen in een andere wereld waar je de drukte van alledag achter je laat en rust en vredigheid binnenstapt.
Het diner wordt meestal om 18.00 uur geserveerd en is traditioneel geheel vegetarisch. Wanneer je de felverlichte eetzaal binnentreedt staan voor alle gasten de tafels voorgedekt met prachtige gerechten. Per persoon kun je wel 15 schaaltjes aantreffen, de een nog mooier opgemaakt dan de andere. In de maaltijden worden niet alleen geen dierlijke producten gebruikt, maar ook geen ui en knoflook. De smaken zijn zoet, zout, zuur, bitter, umami, flauw, scherp soms bijna overrompelend lekker.
Zelf at ik daar voor het eerst gomatofu of sesamtofu, wat helemaal geen tofu is, maar er als tofu uitziet en is gemaakt van kuzu (een bindmiddel verkregen uit de wortels van de Japanse kuzuplant), sesamzaad, water en een beetje zout. Het hierdoor geïnspireerde recept staat op pagina 68 in het Japanse kookboek Japan in je pan.
Bij de maaltijd drinkt men meestal water en bier of sake of thee. Gek genoeg merk je nauwelijks dat je voornamelijk sojaproducten, groenten, wortels en knollen eet, omdat de smaken en structuren zo verschillend zijn.
Als je wilt, heb je om Koyasan te ontdekken aan 1,5 à 2 dagen genoeg. Mijn partner en ik houden van ‘langzaam reizen’ en wij verbleven drie dagen in dezelfde shukubo. Men wilde ons verrassen door op dag drie iets te presenteren dat niet vegetarisch was. Men had van tevoren gevraagd of we misschien iets van vlees of vis wilden eten en het voelde een beetje flauw om dat te weigeren, aangezien men zo zijn best deed om het ons naar de zin te maken. In eerste instantie voelde de vraag apart, maar uiteindelijk toch ook weer niet. Volgens de regels mag je als boeddhist namelijk vis of vlees eten. Alleen monniken van strenge ordes eten vegetarisch én heel weinig met het doel helderder te kunnen denken en in een soort hoger bewustzijn te komen.
In alle vroegte, zo rond 6 uur in de ochtend, wordt de ochtenddienst aangekondigd. Denk niet dat je er in je door het complex ter gebruik aangeboden yukata heen kunt. Je wordt onmiddellijk door een van de priesters teruggefloten. Wanneer je in een traditionele ryokan verblijft is het absoluut niet ongebruikelijk dat je in de yukata aan tafel gaat. Zeker niet tijdens het diner. Je draagt hem op weg naar het openbare bad en vaak kun je er ook gewoon mee de straat op met door de ryokan in bruikleen verstrekte (houten) slippers en eventueel een overjasje wanneer het koud is. In de shukubo mag dat in elk geval tijdens het ontbijt en de dienst die daaraan vooraf gaat niet. Daar wordt de yukata gezien als slaapkleding en ervaren als oneerbiedig.
Tijdens de dienst van 45 minuten worden door een aantal monniken met hun rug naar de aanwezigen toe mantra’s voorgedragen. Gelovigen kunnen naar voren lopen om aan een soort altaar te bidden. Ook staat er een pot waaruit men iets haalt, wat mij niet helemaal duidelijk is geworden. Af en toe slaat een van de priesters drie keer met een houten stok op een gong. Aan het eind van de dienst gaan de pelgrims (te herkennen aan de witte jasjes) nog voor een aparte samenkomst met een van de priesters naar een andere ruimte.
Het ontbijt is om 7 uur, direct na de dienst. Ook weer een arsenaal aan verrukkelijke vegetarische gerechten met tofu en heel veel groenten. Te veel om het allemaal eer aan te kunnen doen.
Omdat het best nog wel vroeg is wanneer je klaar bent met het ontbijt én je erg vroeg bent opgestaan, is het heerlijk om even een pauze in te lassen. Onze kamer had een soort houten vlonder met openslaande deuren waar we (op een kussen) konden zitten om te genieten van de prachtige serene binnentuin in herfstkleuren. Een mooi en rustig begin van de dag, want er is veel te doen in Koyasan.
Er zijn ontelbare tempels die de moeite waard zijn en je zult een keuze moeten maken, want alleen als je heel erg veel tijd hebt, kun je alles bezoeken en zien. Er is een klein museum met nationale schatten die eigenlijk in de verschillende tempels thuishoren, waar je in ruim een half uur uitgekeken bent, maar wat zeker de moeite waard is.
De Okunoin tempel is een van de heiligste stukken grond in Japan. De enorme begraafplaats ligt in een indrukwekkend bos met honderden jaren oude cedar- of cederbomen. Er staan meer dan 200.000 grafstenen en mausoleums van gewone mensen tot generaals.
Er is een enorm modern mausoleum met beelden van twee automobielarbeiders van Nissan. Van een belangrijk iemand van het Japanse koffiemerk UCC is er een mausoleum met een enorme koffiekop van graniet erop. Op het graf van een motorrijder staat een beeld van hem in vol ornaat. Gek genoeg heerst er in dit bos, zelfs in de al dan niet stromende regen niet een griezelige of duistere sfeer. Eerder geruststellend en stil of mysterieus.
Trouwe volgelingen van Kobo Daishi bouwden hier aan de rivier de Tame voor hem een mausoleum. Voor veel pelgrims is dit misschien wel de belangrijkste plek op hun tocht. Er branden inmiddels zeker 16.000 lantaarns die zijn geschonken door gelovigen. (We mochten hier geen foto’s maken.)
Verder zijn er twee identieke mausoleums voor vader en zoon Togukawa, gebouwd in 1643 door de derde shogun Togukawa Iemitsu. Het is een Unesco werelderfstuk, prachtig beslagen met goud- en zilverfolie.
In het bos staan vele beelden van Jizo, de god die zich in de eerste plaats ontfermt over de ziel van het (ongeboren en te vroeg geboren) overleden kind. Vaak dragen Jizobeelden rode slabbetjes en gebreide mutsjes. Af en toe hebben ze zelfs fel rood gestifte lippen. O-Jizo-sama, zoals hij respectvol wordt genoemd, beschermt ook kinderen in het huidige leven, beschermt vrouwen en reizigers.
In het tempelcomplex Danjo Garan, huist onder andere de grootste tempel van Koyasan, de 45 meter hoge Konpon Daito Pagode en Kondon Hall, waar ceremonies worden gehouden. In de pagode staan boeddha beelden van minstens een meter of 20 hoog.
Via een weg door een soort park met Japanse esdoorn in al zijn schitterende herfstkleuren kom je bij de Kongobuji Temple, de kerkelijke hoofdtempel van het Shingon boeddhisme met in totaal ongeveer 3600 Shingon tempels in Japan.
In dit enorme houten complex kun je onder andere op 26 panelen de geschiedenis van het leven van Kobo Daishi en zijn reis van en naar China zien. Een beetje als een stripverhaal.
Verder is er een stenentuin van zeker 70 x 80 meter. Ook deze wordt omzoomd door in de herfst van groen en geel tot vuurrood kleurende Japanse esdoorns.
Een feest voor elke hobbyfotograaf.