Na drie maanden studeren, in het vliegtuig terug naar Nederland hadden we een ongelofelijk mooi en zeldzaam zicht op Fuji san. De intense regen van de afgelopen dagen is op de hoogte van de top van de berg veranderd in sneeuw en zorgt voor een bijna perfect beeld zoals je dat bijvoorbeeld ook kunt zien op de 'Thirty-Six Views of Mount Fuji' blockprints van Hiroshige. Als souvenirs is er van alles te koop in de vorm van Mount Fuji van een eenvoudig eierdopje tot kunstige en kostbare tinnen drinkgerei voor sake.
Het is zondag en het regent. Nog nooit heb ik zoveel regen gehad en zo weinig zon gezien tijdens mijn verblijf in Okazaki als deze keer. Gelukkig is het in Aeon Mall altijd droog en druk met een gezellig geroezemoes.
Totomaru is een kaitenzushirestaurant (lopende band sushi) waar de meeste sushi 'a la carte' wordt besteld en vers voor je wordt bereid. Hier gaat men zondags lunchen met het gezin. Dit resulteert vaak in een tafel vol stapels bordjes van alle sushi en aanverwante zaken die zijn gegeten.
Het dagaanbod was een drieluik van licht gebrande vissen van het seizoen: ibodai (Japanse botervis), suzuki (zeebaars), sawara (Japanse makreel). Bij het afrekenen stonden de tranen in mijn ogen. Wat is dat toch. Misschien is drie maanden net zo lang dat je een beetje begint te hechten en het weggaan lastig is, omdat je niet weet of je op de plek waar je het zo prettig hebt ooit terug komt.
Maandag een beetje begonnen met opruimen. Op deze school krijg je buiten het lesboek om bijna dagelijks een enorme hoeveelheid aan wat zij noemen ‘purinto’, printjes van grammaticale zaken waar men met oefeningen extra aandacht aan besteedt. Een aantal van die prints zijn super handig om later nog eens iets op te zoeken, maar ook heel veel niet. Dus dat wordt weggooien anders ben ik al aan het overgewicht van mijn koffer voor er iets anders in zit. Van wat restjes uit de kast maakte ik gedeeltelijk in de rijststomer en gedeeltelijk in de koekenpan een soort koekkruim voor over ijs, in de yoghurt etc. De laatste rijst kookte ik en van een gedeelte maakte ik sushirijst. Een beetje van de sushirijst bewaarde ik voor mezelf voor de lunch. De rest ging naar mijn buurvrouw. Via een omweg naar Wingtown. Inmiddels had ik een verzoek van iemand uit Nederland voor een eyeliner. Gelukkig had ik die snel te pakken. Voor op mijn sushirijst kocht ik overheerlijke witte tonijn (bincho/bintoro).
Er lag verse zeewier bij de supermarkt. Die met die krullen ruikt echt super naar zee. Verse wakame, op de bovenste foto, spoel je eerst af, dan snijd je de dikke nerven eruit en kook je het kort, waarna het zijn felgroene kleur krijgt. Je kunt wakame onder andere gebruiken in salades of met wat dun gesneden rauwe vis (of tataki van bonito) en ponzu saus.
In de kersenbloesemperiode liggen bij chiquere warenhuizen en delicatessenwinkels een bijna niet op te noemen hoeveelheid snoeperijen en aanverwante artikelen die roze zijn zoals bijvoorbeeld deze sakura-jelly met echte kersenbloesems.
Het bleef maar regenen Volgens het weerbericht 44 millimeter. Dat betekent hier dat je over de stoep om de plassen heen moet laveren. Van een klasgenoot kreeg ik een appje dat zelfs Okazaki huilde omdat ik vertrok. Lief. Volgens mij was er nog nooit iemand verdrietig omdat ik van een cursus, studie, school, opleiding of iets dergelijks vertrok.
Okazaki kan er ook heel erg triest uitzien. Het verkeersbord 'shirubaroodo otoshiyorinichui' waarschuwt verkeersdeelnemers dat er langs de weg senioren wandelen en dat je extra moet oppassen. Soms staat er bij zo een bord ook nog een tijdsbestek aangegeven.
Toen ik ergens stond te wachten, raakte ik in gesprek met zo een oudere dame. Een van de eerste dingen die ze me vroeg was ‘oikutsu desuka’. Vroeger snapte ik daar niks van. Ik dacht altijd dat ze naar iets over mijn schoenen vroegen, want ‘kutsu’ zijn namelijk schoenen. Inmiddels weet ik dat het de beleefde vorm is van naar iemands leeftijd vragen. Die interesse in je leeftijd snap ik nog steeds niet goed, al wordt er daarmee meteen wel vastgesteld wie de meerdere is, in dit geval deze mevrouw van 77 jaar. We hadden een grappig gesprek over hoe belangrijk het is om letterlijk ‘op je eigen voeten’ te kunnen staan. Onze versie van 'op eigen benen staan' denk ik.
Terug in mijn huisje is het niet meer zo huiselijk. Mijn koffer staat namelijk al gepakt. Die moet morgen op tijd worden ingeleverd bij de verzenddienst Yamato Kuroneko (zwarte katje) om op tijd bij het hotel op het vliegveld van Osaka te zijn. Dan hoef ik er zelf niet mee te zeulen in en uit de trein, want hij is best zwaar. Drie maanden van je leven in één koffer en een rolkoffertje.
Toen het begon op te klaren een wandeling gemaakt onder dreigende wolkenluchten. Dat helpt om je hoofd leeg te maken. De avondzon kleurt de stad in een scherp licht.
Hier en daar zie je een enkele kersenbloesem voorzichtig ontluiken, versierd door glinsterende regendruppels.
Het valt op dat er bij veel huizen was hangt te drogen voor het raam. Ik vermoed dat de meeste huizen geen droger of zo hebben en ook niet allemaal een balkon, schuur of andere ruimte waar je de was kunt drogen, dus voor het raam is wellicht de meest logische plek om je was te drogen. Omdat daar vaak de airco hangt die ook als verwarming dient.
Bij de accommodatie van Yamasa zit zelfs naast het gordijn voor het raam aan weerszijden een soort beugel waar je de was aan kunt ophangen. Als je even de deur uit gaat, kun je in plaats van de verwarming uit te zetten, hem beter aan laten staan zodat je was droogt, wat met dit super natte weer anders wel een dingetje is
Als avondeten maakte ik in de enige pan die ik tot mijn beschikking had, vegetarische yakisoba, gebakken noedels met alle restjes groenten die ik nog in huis had. Voor de laatste keer echt gekookt. Dat kon ook niet anders, want op het moment dat ik de noedels op mijn bord liet glijden brak er een handvat van de pan af en kletterde de pan met inhoud en al op het bord. Bord gelukkig niet gebroken en maaltijd gered. Als dat geen teken is... Op het nieuws was een waarschuwing over extreem sterke wind, gevaarlijk hoge golven in het kustgebied (dat hier slechts een kilometer of 15 vandaan is) en ‘kafunshou’, hooikoorts.
Een dag zoals Okazaki in het voorjaar hoort te zijn. Strak blauwe hemel, scherpe lucht. Koffer afgeleverd bij het zwarte katje. Als het goed is staat deze koffer op mij te wachten bij aankomst in mijn hotel op het vliegveld van Osaka vrijdag. Een goede reistip, die stress voorkomt, is om op behapbare afstand van het vliegveld te slapen de avond voor je vertrekt. Als je later op de dag vertrekt kan dat alles zijn wat een goede vertragingsvrije tocht naar het vliegveld garandeert. Bij ‘s morgens vroeg vertrekken slaap ik het liefst in een hotel dicht bij het vliegveld, bij voorkeur met een goed beschikbare shuttleservice. Het Nikko hotel op Kansai Airport ligt op een paar minuten afstand lopen van de vertrekhal. Goede kamers, super handig. Daarna langs school geweest om vervoer naar het station te regelen voor vrijdag. De weersvoorspelling zijn stevige regenbuien dus lopend was geen goed plan. Een auto zou om 08.45 uur voor de deur moeten staan. Daarna op het station mijn treinticket met reserveringen voor vrijdag gekocht. Ik wilde het bij de automaat doen, wat de vorige keer heel soepel verliep. Nu niet. Zelfs de stationsmeneer die me kwam helpen, snapte er niks van.
Na een kwartier op allerlei knoppen drukken, kregen we eindelijk reserveringen voor de treinen te pakken die ik thuis al had uitgezocht. Inmiddels stond de rij wachtenden al tot dik in de stationshal van Okazaki.
Mijn volgende stop was Atsuta Jingu Shrine in Nagoya. Daar wilde ik nog een keer heen. Bij een vijver stond een dame in traditionele kleding van de vijver te genieten onder een van de weinige bloeiende bomen. Op het terras van de cafetaria bemachtigde ik een plek. Al snel raakte in gesprek met een dame en haar zoon die bij mij aan tafel kwamen zitten. Dat vind ik echt leuk aan het alleen dingen doen in Japan. Je raakt vaak in gesprek wat een leuke conversatie oefening is, die zelden opdringerig is of irritant, en voor mij precies de juiste afstand behoudt, waarna je vriendelijke afscheid kunt nemen. Natuurlijk at ik kishimen, de specialiteit van Nagoya. Zachte, platte tagliatelle-achtige noedels die in bouillon worden geserveerd. Ik had er ook nog een soort gefrituurde koek van groenten bij die op een portie rijst met nori lag. Wij zullen niet snel noedels en rijst samen serveren, maar in Japan is dat heel gewoon. En die rijst, zo heerlijk, met bite, tegelijk zacht en romig, die net genoeg aan elkaar blijft plakken om met stokjes te kunnen eten.
De Shrine ligt in een enorm park/bos. Een paadje ging onder cameliabomen door. De camelia is een struik, maar die zijn hier uitgegroeid tot bomen van zeker 10-15 meter hoog.
Er staan ook een aantal enorme kamferbomen waarvan wordt gezegd dat sommige meer dan 1000 jaar oud zijn. Kamferbomen hebben in het Japanse shinto geloof allerlei betekenissen, onder andere dat het bescherming biedt. Om die enorme bomen zit vaak een ‘shimenawa’ een touw van stro met witte strips papier. Het laat zien dat het een heilige plek is. Soms vind je ‘shimenawa’ ook om heilige stenen, entréepoorten tot heiligdommen etc. etc.
Inmiddels had ik bedacht om via Okazaki kasteel terug te gaan. Helaas was ik niet goed bij de les, ging ik met de trein de verkeerde kant op en duurde het ruim een uur in plaats van 35 minuten. Bij Okazaki kasteel was het gezellig druk. Gewoon midden op de dag. Helaas was er nog nauwelijks kersenbloesem te bekennen. Een enkel bloemetje dat moeite deed om een beetje kleur te laten zien.
Met de bus terug en bij de tachinomi (stabar) nog voor de laatste keer een sake gedronken. Het is een bijzondere winkel met een enorme collectie alcoholische versnaperingen. En een wand met blikjes die tegen een kleine extra betaling ter plekke voor je worden opgewarmd en eventueel van garnituur worden voorzien om bij je drankje op te eten. Die ene meneer, die ik nog van taiko ken, was er ook. Zoals elke dag. We dronken een glas, hielden een praatje en ik nam afscheid. Ze stonden me uit te wuiven. Ook de meisjes die hier werken. Bijzonder zoals je hier verbonden kunt raken met de gemeenschap in zo een korte tijd. Op straat vloeide een traantje. Na ruim 10 kilometer lopen was ik terug in mijn huisje.
Donderdag huilde Okazaki met nieuwe kracht. Bovendien stond er een opnieuw een wind dit letterlijk mijn huisje deed schudden. Ik ging nog een keer naar Aeon en werd daar verwelkomd met Janetto-sensei! Wereldberoemd in Okazaki. Het blijft apart. De instelling ‘Kuroshiki no gakko’ bij wie ik de Japanse kookworkshop heb gegeven en bij wie ik inmiddels met nog twee mensen van mijn school een promotiefilmpje heb gemaakt, hadden vandaag een evenement in het winkelcentrum. Of ik mee wilde doen. Ik hoefde alleen te kijken. Ze maakten een gestoomd zoet broodje van o.a. rijstemeel in 3,5 minuut in de magnetron. Dat kan dus ook. Op zich geen gek idee voor glutenvrij, maar ik vond het te klef om hier het recept te geven. Ga er eerst eens mee aan de gang. Bij de sushizaak werd ik als vaste klant met alle egards ontvangen. Zelfs een beetje in het Engels, bijzonder.
’s Avonds at ik thuis. Ik trakteerde mezelf op een wagyu biefstukje (uit Japan). Ik snap trouwens niet dat rundvlees dat niet uit Japan komt ook ‘wagyu’ kan heten, want 'wagyu' betekent 'Japans rundvlees'. Je zegt toch ook niet 'Nederlandse kaas uit Frankrijk'? In elk geval was het heerlijk. In bad en op tijd naar bed in een onttakeld huis.
Ik sliep slecht en werd door het noodweer veel wakker. Uiteindelijk al heel vroeg on-line kunnen inchecken en vroeg opgestaan. De laatste spullen verhuisd naar mijn klasgenoot die hoop ik lekker gaat slapen op het matras waar ik zelf al die maanden ook lekker op heb kunnen knorren. De Yamasa auto was stipt op tijd, wat me in eerste instantie zenuwachtig maakte, want meestal is men 5 minuten vroeger dan een afgesproken tijd. Door het slechte weer had de Special Rapid een vertraging van 20 minuten. Iets wat hier bijna nooit voorkomt. Gelukkig had ik het ruim gepland en verliep de rest van de reis zonder problemen.
Op het Internationale vliegveld Kansai van Osaka werd ik meteen met mijn neus gedrukt op iets wat ik een beetje was vergeten. Internationaal zegt het al in vergelijking met Japans. Rommel op de grond, verwarrende rijen voor loketten, mensen die luid en scherp praten en naar elkaar schreeuwen, je opzij duwen om de trein in te gaan en je met hun koffer bijna van het perron af rijden. Dat kan ook. Alleen valt het erg op na de provinciale rust, voorkomendheid en vriendelijkheid van Okazaki en omstreken. Ik deed nog een bezoekje aan Rinku Town omdat ik pas om 14.00 uur kon inchecken, maar ben ook daar snel gevlucht vanwege de nog snel even winkelende reizigers die zich soms met de ellebogen een weg baanden door de outlets. Helaas is het leuke restaurant waar ik ’s avonds wilde eten afgehuurd voor een privé-partijtje, een andere aardige zaak dicht wegens een speciale gelegenheid, en ook in het hotel is er die avond alleen een Chinees dim sum-achtig buffet.
Uiteindelijk werd het iets simpels bij een van de weinige Japanse zaakjes in de vertrekhal en daarna op tijd naar bed. Daarmee was weer een interessante en leerzame periode met bijzondere ervaringen afgesloten. Dit keer heb ik minder hoeven ploeteren dan anders en kon ik me daardoor beter concentreren op kanji en grammatica beter laten inzinken. Een periode ook die anders dan andere keren wat gevoel en relaties betreft dieper en intenser was, waardoor het afscheid lastiger. Het is mooi en te waarderen hoe er steeds andere dingen op je pad komen en om met de woorden van mijn Italiaanse klasgenote te spreken: ‘il meglio deve ancora arrivare’.